Deze webpagina is een online reproductie van een brochure in de nalatenschap van ir. R.A. van Sandick (1855-1933), archiefnummer CC10. Hij was betrokken bij de oprichting van de Technische Hoogeschool van Bandung in 1920, maar had voor zover bekend geen zitting in het comité van actie.
De fotominiaturen zijn naar keuze
piep,
klein,
medium of
groot.
Een zetfout werd opgemerkt en behouden. Zie ook de overzichtskaart met een deel van het uitbreidingsplan voor de stad .
Online sinds november 2006. Laatste wijziging (opmaak) juli 2009.
tilstaan is achteruitgaan.
Vooral in onzen tijd van inspanning tot het uiterste op elk gebied, doet die waarheid zich ten volle gelden.
Stilstaan is welhaast hetzelfde geworden als ondergaan.
Dit sprak de bovenaangehaalde dichter, die het zoozeer verstond den volkstoon te treffen, reeds uit in het midden onzer glorierijke zeventiende eeuw, om ook hiermede, evenals met zijn overige dichtkunst, zijn „Landgenooten met vermakelickheit wat zoets te doen lesen en daardoor bequamer maken tot het huyselick en burgerlick leven en een gelucksaligh sterven".
Wie zijn oogen den kost geeft, kan ook in deze landen getuige zijn van het vooruitgaan in velerlei richting, van het ontwaken van wat nog sliep.
Naast de opkomst van het geestelijk leven treedt de materieele opbloei van deze gewesten met drang naar voren.
Hiervan is Bandoeng een onverdachte getuige.
Wie langs de buitenwijken van onze stad zijn weg kiest, neemt als eersten indruk in zich op, dat men hier in snel tempo bezig is, een groot plan af te werken.
In het centrum van de groote hoogvlakte, welke Bandoeng in zich besloten houdt, verrijst een nieuwe stad.
De breede wegen, reeds getrokken door de velden, waarin nog voor enkele jaren de padi welig opschoot, getuigen van een onbevangen opzet van het geheel, dat voltooid wordt langs de lijnen van een door deskundigen 1)1) Het A. I. A. Bureau (Algemeen Ingenieurs- en Architecten-Bureau te Batavia) tezamen met den Directeur van Gemeentewerken te Bandoeng. ontworpen uitbreidingsplan, hetwelk eerlang zijn beslag zal krijgen.
Weg door terrein van het Gemeentelijk grondbedrijf.
De opzet van dat plan is gericht op de taak, welke Bandoeng in de toekomst wacht.
En deze belooft zeer belangrijk te worden. Want niet alleen dat het bevolkingscijfer, in 't bijzonder wat Europeanen betreft, gestadig en snel aangroeit door vestiging van hen, die zich niet noodgedwongen in de warme kustplaatsen moeten ophouden, ook de Regeeringsplannen ten opzichte van Bandoeng zullen een snellen groei onzer stad in de hand werken.
Veel beteekenende stappen zijn reeds in deze richting gedaan.
Zoo werd, waar de Bandoengsche hoogvlakte het bolwerk van Java's verdediging is, het Departement van Oorlog naar hier overgeplaatst.
De Legercommandant verliet het hotel in het Hertogspark te Weltevreden voor een voor hem gebouwd paleis in onze stad.
In aansluiting met deze verplaatsing worden ook te Bandoeng gevestigd de in het geheele Oosten zoo welbekende Lands Koepokinstelling met Instituut Pasteur en de thans nog te Soerabaja aanwezige Artillerie-Constructiewinkel.
Uitgestrekte complexen grond zijn voor deze inrichtingen reeds gereserveerd, terwijl met de voorbereiding voor de bouwwerkzaamheden een aanvang is gemaakt.
Paleis van den Legercommandant.
Van nog grooter beteekenis voor de uitbreiding van Bandoeng is de overbrenging van het Departement van G. B. (Gouvernements Bedrijven).
Op voorstel van Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal Mr. J. P. Graaf Van Limburg Stirum besloot de Moederlandsche Regeering dit Departement aan het afmattende, heete kustklimaat van Batavia te onttrekken en naar Bandoeng te verplaatsen.
Bandoeng had zich inmiddels voorbereid en is thans tot uitvoering overgegaan. Een gemeentelijk grondbedrijf legde beslag op de voor deze stadsuitbreiding benoodigde terreinen, waarvoor tot dusver 7 ton werd besteed.
Een gemeentelijk bouwbedrijf werd ingesteld voor den bouw van de bureaux en ambtenaarswoningen.
Een bekwaam bedrijfsleider werd uit Nederland ontboden en verder personeel aangesteld.
Ter dekking van de kosten voor den woningbouw besloot Bandoeng's Gemeenteraad tot het aangaan van een geldwinning, groot vijf millioen gulden, welke leening door de Indische Regering werd goedgekeurd.
Het in eersten termijn benodigd bedrag ad 1 millioen gulden werd reeds door de gemeente verkregen.
De wegenaanleg naar de Departementsterreinen is onder handen.
Met voortvarendheid wordt voortgewerkt om een zoo ruimen bevolkingsaanwas als de overbrenging van het Departement van Gouvernementen Bedrijven met zich zal brengen, zonder stoornis op te nemen. Voor uitbreiding van het drinkwaterleidingnet werden de benoodigde gelden toegestaan. De electriciteitsvoorziening zal binnen enkele jaren door den bouw van Regeeringswege van twee waterkrachtstations aan alle te verwachten eischen voldoen.
Stelselmatig gaat de Regeering voort nieuwe organisaties en diensttakken, die daarvoor in aanmerking komen, te Bandoeng te vestigen. Als voorloopers zijn te noemen de Dienst voor Waterkracht en Electriciteit en de Afdeeling Nijverheid.
Zullen dus nog vele Landsinstellingen het voorbeeld van de Departementen van Oorlog en van Gouvernements Bedrijven volgen, met Bandoeng:
Regeeringszetel
als perspectief ; ook Handel en Industrie blijven niet achter.
Het is vooral in den laatsten tijd dat meerdere aanvragen om grond voor groote handelslichamen en industrieën, die voornemens zijn zich hierop ruimen voet in te richten, bij de gemeente binnen komen. Het gemeentelijk grondbedrijf met zijne zich steeds uitbreidende terreinen heeft daarvoor ruim aanbod.
Zal Bandoeng uiteraard niet kunnen rekenen op die levendige handelsbeweging als waarvan enkele steden aan de Noordkust van Java het middelpunt zijn, voor industrieën staat de zaak voor Bandoeng anders en beter.
Hoofdkanotor der N. V. Oliefabrieken „Insulinde".
Belangrijke industrieën zijn hier reeds gevestigd. Men denke bijvoorbeeld aan de
die een groot deel van de wereldproductie van kinine levert;
die Leger en Vloot in Indië van conserven voorziet;
evenals de twee vorige fabrieken, de eenige van dezen aard in Ned.-Indië, waarvan het bedrijf zich met groote snelheid ontwikkelt.
De afdeeling Nijverheid van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, welke te Bandoeng wordt gevestigd, gaat hier verschillende proeffabrieken bouwen.
Als Centrum van Industrie gaat Bandoeng met zijn uitgebreide werkplaatsen van de Staats-spoorwegen en van den Pyrotechnischen dienst en met de in aanbouw zijnde werkplaatsen voor den Militairen Automobielen- en Vliegdienst, den Topografischen dienst, enz., ongetwijfeld een goede toekomst tegemoet.
De gunstige spoorwegverbinding, waardoor Bandoeng van uit de andere groote centra van Java gemakkelijk in één dag te bereiken is, werken daartoe mede:
Ontwerp jaarbeursgebouw.
Begrijpelijk, dat de Indische jaarbeurs te Bandoeng gehouden wordt.
Residentiehuis.
Niet minder wil Bandoeng zijn centrum van onderwijs. Ook daarvoor leent het zich bij uitstek, omdat het uit een klimatologisch oogpunt ver boven het kustgebied bevoorrecht is.
Middelpunt van het bloeiende Preanger-bergland met zijn tallooze ondernemingen van landbouw-nijverheid, gelegen 700 tot 750 M. boven den zeespiegel, gaat over dit aantrekkelijk oord de koele en verkwikkende adem van de hoogere luchtstreken, die den arbeid staalt en het langdurig verblijf van den westerling in de tropen niet noodwendig sloopend naar geest en lichaam doet zijn.
M. U. L. 0.-school.
Tal van onderwijsinstellingen sieren de stad :
8 Gouvernements Inl. tweede klasse scholen, tezamen ca. 1500 leerlingen ;
5 Particuliere Inl. scholen tezamen ruim 1100 leerlingen.
1 Particuliere Chin. School met 125 leerlingen.
4 Zendingsscholen voor niet-Europeanen tezamen ca. 600 leerlingen.
1 Zendingskweekschool voor niet-Europeanen met 40 leerlingen.
1 Opleidingsschool voor Inl. ambtenaren met 140 leerlingen.
1 Kweekschool voor Inlandsche onderwijzers met 120 leerlingen.
1 Van Deventer-school voor opleiding van Inlandsche onderwijzeressen met 24 leerlingen.
5 Gouvernements Europeesche Lagere scholen (waaronder een meisjesschool), tezamen ca. 1100 leerlingen..
2 Holl.-Inl. Scholen tezamen 360 leerlingen.
1 Holl.-Chin. School met 340 leerlingen.
4 Particuliere Europeesche scholen tezamen ca. 560 leerlingen.
1 Fröbelschool met ruim 300 leerlingen.
1 M.U.L.O.-school met 235 leerlingen.
1 Kadasterschool.
Gemeentelijke Ambachtsschool (nog in wording).
1 Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, ruim 400 leerlingen.
Hoe kan de vraag :
„Waar moet het Kon. Instituut van Hooger Techn. Onderwijs komen?"
anders beantwoord worden dan
te Bandoeng.
Luistert naar hetgeen hieromtrent gezegd wordt door een onverdacht pleitbezorger, den bekenden hygiënist Tillema, die de gezondheidstoestanden van Java's kustplaatsen en ook van Bandoeng van nabij kent:
„Ieder, die in Indië in de heete, ongezonde kuststeden heeft gewoond en gewerkt, weet, dat men daar zeer zeker in staat is om te werken, maar ook, dat het in koelere, minder door muskieten geplaagde streken, heel, heel wat aangenamer arbeiden is !
„Ieder", zoo vervolgt de Heer Tillema, „die daar een leidende betrekking heeft gehad, weet ook, hoe de ziekten, die deze kuststeden jaar op jaar teisteren, remmend werken op den arbeid ; verzuim wegens ziekte is er aan de orde van den dag, afgezien nog van den deprimeerenden, afmattenden invloed, die er vooral van malaria en de geregeld heerschende epidemieën uitgaat, ziekten, die het heele bedrijf vaak in de war sturen, de leiders tot wanhoop stemmen.
„De inrichting - d. i. het Koninklijk Instituut - moet dus komen te staan op een plaats waar het goed is te werken voor docenten en leerlingen.
„Nu zijn er in Indië heel weinig plaatsen, die aan alle bovenvermelde desiderata voldoen. Batavia en Soerabaja kan men onmiddellijk uitschakelen. Mijn oude woonplaats Semarang biedt in haar onvolprezen heuvelstad een goede woongelegenheid aan, maar aan de andere eischen voldoet ze minder goed dan b.v. Bandoeng. Hoe goed Semaranger ik me ook nog gevoel en hoe het me ook pijn doet dat ik mijn goede, oude woonplaats niet de voorkeur kan geven, eerlijkheidshalve moet ik bekennen, dat aan Bandoeng de allereerste plaats toekomt, want die stad - en die stad alleen - voldoet in alle opzichten aan de eischen èn van gezondheid èn van milieu.
„Ik hoop van harte, dat men bij de keuze van de plaats, waar het Instituut voor Technisch Onderwijs zal worden gevestigd, vooral zal letten op de eischen van sanitairen aard.
Nieuwe wijk Kareës.
„Zeker, men kan de ongezonde kuststeden assaineeren, en dat moet ook, maar de assaineering kost schatten, die voor een goed deel elk jaar weer moeten worden uitgegeven. En hoe grooter een dergelijke plaats, hoe grooter die jaarlijks terugkeerende kosten. Men make daarom die ongezonde oorden niet grooter dan noodzakelijk. Inrichtingen, die er niet strikt noodig zijn, plaatse men er niet. De havensteden van Java's ongezonde kust kieze men daarom nooit uit voor regeeringsbureaux, hoofdkantoren van handel en industrie, onderwijsinrichtingen, enz., enz. Men make die ongezonde steden zoo klein als dit met het oog op de oeconomische eischen toelaatbaar is. Dan is men in staat om ze met betrekkelijk kleine middelen gezond te maken en gezond te houden ! En alles wat daar niet strikt noodig is, plaatse men in de „goenoeng", te midden van Java's heerlijke bergen! Want dáár is het gezond wonen, dáár is het goed werken!"
Tot zoover de Heer Tillema.
Pieterspark.
Inmiddels heeft de Gemeente Bandoeng de toezegging gedaan om van de uitgestrekte bij uitstek gunstig gelegen terreinen van haar grondbedrijf, den grond benoodigd voor de oprichting van de Technische School beschikbaar te stellen.
Waterval Dago nabij Bandoeng.
Waterval Tjisaroewa,
Van niet minder belang is de toezegging van den Heer K.A.R. Bosscha, Hoofdadministrateur van de aan zijn naam onafscheidelijk verbonden thee-onderneming Malabar, om een ton gouds te zullen schenken ten behoeve van het Ingenieurs-Instituut, indien dit te Bandoeng zal verrijzen.
Van dat medevoelen voor de plaats zelf mocht de Gemeente Bandoeng meerdere treffende bewijzen ontvangen. Zoo schonk onlangs de Vereeniging Bandoengsche Ziekenverpleging, wier voorzitter evengenoemde Heer K.A.R. Bosscha is, aan de gemeente ƒ 100.000,- voor de oprichting van een Algemeen Gemeentelijk Ziekenhuis.
Algemeen Gemeentelijk Ziekenhuis.
Binnen eenige maanden zal de eerste steen kunnen worden gelegd voor een zoodanige moderne en ruim opgezette ziekeninrichting met aanvankelijk ca. 200 bedden, waarvoor de oprichtingskosten, in totaal ruim 6 ton, reeds beschikbaar zijn.
Nog een ander blijk van sympathie voor Bandoeng is het legaat van wijlen den Heer F. A. ZUUR, tot een bedrag van ƒ 50.000.- ten behoeve van een nationale instelling te Bandoeng (Schouwburg, Museum of Technische School).
Deze en nog meerdere uitingen van burgerschapszin, welke de gemeente reeds ten deel vielen, kunnen niet anders dan een krachtige aansporing zijn om aan de gestelde verwachtingen te beantwoorden en Bandoeng verder te doen uitgroeien tot een zich bij uitstek daartoe leenende plaats van vestiging.
Hoe zeer er reeds „trek" naar Bandoeng is, kan blijken uit de snelle toename van het zielental, in 't bijzonder wat Europeanen betreft. Volgens het Europeesch bevolkingsregister bedraagt het aantal Europeanen thans ruim 7300, terwijl dat zielental eenige jaren geleden ongeveer 4000 en in 1905 niet meer dan 2200 bedroeg.
Geschikte vergelijkingscijfers voor Inlanders en Chineezen, wier aantal thans respectievelijk op circa 55.000 en circa 10.000 wordt geschat, ontbreken.
Het meest sprekend voor Bandoeng's snelle ontwikkeling zijn de volgende gegevens omtrent het verkeer langs de spoorbanen over het tijdvak 1884 - 1916.
Jaar | Aantal reizigers | Bestelgoed in K.G. | Vrachtgoed in tonnen |
---|---|---|---|
1884 | 32.000 | 36.800 | 9.250 |
1894 | 87.000 | 64.300 | 13.300 |
1904 | 671.000 | 327.400 | 88.600 |
1914 | 1.307.000 | 1648.600 | 244.700 |
1916 | 1.568.000 | cijfers niet beschikbaar | 295.000 |
Agentschap Nederl. Handel Maatschappij.
Al beschikt Bandoeng nog niet over wat hier op den duur niet kan worden ontbeerd: een moderne stadsschouwburg, het uitgaande leven heeft hier niettemin groote afmetingen aangenomen.
Het bedrag der 10 procents gemeentelijke belasting op de opbrengst der openbare vermakelijkheden toont bijv. aan, dat in 1918 door het Bandoengsche publiek voor ongeveer een half milloen voor zoodanig vermaak wordt uitgegeven.
Een viertal modern ingerichte, permanente bioscopen met daaraan verbonden feestterrein, oefenen groote aantrekkingskracht uit.
Gemeentelijke Pasar (zooals er 3 te Bandoeng zijn).
Ook voor sportbeoefening bestaat te Bandoeng volop gelegenheid. Voetbal, tennis en cricket zijn in deze koele dreven druk beoefende spelen. Behalve de door de Gemeente tot sportveld bestemde Aloon 2, zijn ruime en goed gelegen terreinen van gemeentewege aangewezen aan den Bond voor Lichamelijke Opvoeding tot het inrichten van de door dien Bond bedoelde sportgelegenheden.
Op een uitstekend raceterrein worden tweemaal 's jaars paarden-rennen gehouden, waarin ook de Inlandsche bevolking in hooge mate belang stelt.
Voorts nooden Bandoeng's omstreken tot wandeltochten en uitstapjes naar nabijgelegen uitspanningsoorden (Lembang) en natuur-monumenten (krater Tangkoeban-praoe, bergmeren en watervallen).
Een zweminrichting stelt liefhebbers in staat om aan de zwemsport het hart op te halen.
Zoo zijn alle materieele en ideëele factoren voor Bandoeng's verderen opbloei in ruime mate aanwezig. Indien een blijvend wortel schieten van de Westersche cultuur in deze landen mogelijk is, dan zal Bandoeng daartoe den meest vruchtbaren bodem kunnen bieden.
Dit boekske wil met enkele beelden en woorden daarop wijzen.
Moge het deze zending vervullen tot heil van deze stad, waartoe het, met een variant op hetgeen Hooft eenmaal in oud-vaderlandschen trant neerschreef, de wensch wordt meegegeven: